Schutzstaffel, paramilitaire organisatie binnen de Duitse nationaalsocialistische partij. Duitse SS-officieren waren de baas over Kamp Amersfoort.

Afkorting voor Politieke Opsporingsdienst. Deze dienst moest na de oorlog mensen die 'fout' waren geweest tijdens de oorlog opsporen en onderzoeken.

Duitse term die werd gebruikt voor gevangenen die tijdens een vluchtpoging werden doodgeschoten.

Speciaal besluit van de Duitse bezetters voor verzetsmensen in heel Europa, waarmee zij zonder enige vorm van proces konden worden opgepakt. Zij verdwenen spoorloos en werden meestal vervoerd naar speciale concentratiekampen, waar zij heel slecht behandeld werden.

Afgescheiden, verwijderd. Term die ook gebruikt werd voor personen die onder het Nacht und Nebel decreet verdwenen.

Barak op het kampterrein waar de kampadministratie was gevestigd. Gevangenen werden hier ingeschreven en kregen hun kampnummer.

Gedwongen inzet van arbeiders uit bezette gebieden in de Duitse (oorlogs)economie. Veel gevangenen in Kamp Amersfoort waren gearresteerd omdat zij deze inzet probeerden te ontduiken.

Het werk in Kamp Amersfoort werd verdeeld in groepen gevangenen met een eigen taak. Voorbeelden van deze 'werkcommando's' zijn het kleinhoutcommando en het aardappelcommando.

Verzamelnaam voor alle gevangenen met een zwarte driehoek. Deze gevangenen hadden een zeer uiteenlopende achtergrond, het waren o.a. woonwagenbewoners, kermisgasten, werkweigeraars en beroepsmisdadigers.

Barak op het kampterrein waar gevangenen hun eigen kleren moesten inleveren en nieuwe kampkleren kregen. Deze kleren bestonden meestal uit (te grote of te klein) klompen, oude uniformen van Nederlandse militairen en beenwindsels.