1 |
buikBuik, m. (B.v.), (-en), bol vooruitstaand deel (van iets); de - eener flesch, van een schip, van eene viool; deze muur maakt eenen -, is slecht gebouwd; het zeil staat met eenen -. *-, ligchaamsdeel ( [..]
|
2 |
buikabdomen; ~griep, populair voor maag-darmontsteking, zie gastro-enteritis; ~holte, lapara G; ~ingewanden, zie intestinum; ~kramp, zie colica; ~loop, zie diarree; ~pers, prelum abdominale; ~pijn, zie enteralgie; ~speekselklier, pancreas; ~spoeling, populaire naam voor peritoneale dialyse; ~spreken, ventriloquisme; ~tyfys, typhus abdomin...
|
3 |
buikabdomen; ~griep, populair voor maag-darmontsteking, zie gastro-enteritis; ~holte, lapara G; ~ingewanden, zie intestinum; ~kramp, zie colica; ~loop, zie diarree; ~pers, prelum abdominale; ~pijn, zie enteralgie; ~speekselklier, pancreas; ~spoeling, populaire naam voor peritoneale dialyse; ~spreken, ventriloquisme; ~tyfys, typhus abdomin...
|
4 |
buikDe buik of het abdomen is bij gewervelde dieren waaronder de mens een holte, de buikholte, die gevuld is met een aantal organen die vooral te maken hebben met de spijsvertering, de urineproductie en d [..]
|
5 |
buikDe buik of het abdomen is bij gewervelde dieren waaronder de mens een holte, de buikholte, die gevuld is met een aantal organen die vooral te maken hebben met de spijsvertering, de urineproductie en d [..]
|
6 |
buik
|
<< buigen | Buiken >> |