Iets is schaars als er productiefactoren voor moeten worden opgeofferd.

Het combineren van productiefactoren, waarbij goederen en diensten voor consumptie geschikt gemaakt worden.

Zowel consumeren in enge zin, als consumeren in ruime zin.

Bestudeert de verschijnselen die samenhangen met de schaarste. De schaarste van de goederen dwingt ons om te kiezen.

Iemand die in staat is om te consumeren.

Een noodzakelijke gelijkheid: een vergelijking die per definitie waar is en daarom ook definitiegelijkheid wordt genoemd, zoals Y= C + I + O + E - M.

De mate van behoeftebevrediging, voor zover deze afhankelijk is van het omgaan met schaarse middelen.

Onafhankelijk (van het nationaal inkomen). De autonome consumptie, investeringen en overheidsbestedingen zijn onafhankelijk van het nationaal inkomen. In de vergelijking C = cY + Co is Co de autonome consumptie. Autonome grootheden zijn altijd exogene grootheden.

De beloning voor het ter beschikking stellen van geld.

Afhankelijk (van het nationaal inkomen). In de vergelijking C = cY + Co is de term cY de geïnduceerde consumptie.