1 |
oortjemunt17e-18e eeuw , gelijk aan 4 penningen
|
2 |
oortjemunt ter waarde van 1/4 stuiver = 2 duiten = 4 penning.
|
3 |
oortjeEen oortje (soms: oord) was een Nederlands koperen geldstuk ter waarde van twee duiten, ƒ 0,0125, dat verdween met de decimalisatie van het Nederlandse geldsysteem aan het begin van de 19e eeuw. In Be [..]
|
4 |
oortjeOortje komt voor in de volgende betekenissen:
het verkleinwoord van oor, het gehoororgaan.
een Nederlands koperen geldstuk; zie oortje (munt).
een kleine hoofdtelefoon, die bijvoorbeeld gebruikt wordt [..]
|
5 |
oortjeDe oortjes komen onder andere voor bij grasachtigen en zijn korte vliesjes die de stengel omsluiten bij de overgang van de bladschede naar de bladschijf.
De bladschede is het eerste deel van het blad [..]
|
6 |
oortjeMet een oortje wordt verwezen naar een in of op het oor gedragen luidsprekertje voor het luisteren tijdens een radioverbinding tussen meerdere partijen. Dit oortje, dat ook wel headset wordt genoemd, [..]
|
7 |
oortjemunt17e-18e eeuw , gelijk aan 4 penningen
|
8 |
oortjemunt17e-18e eeuw , gelijk aan 4 penningen
|
9 |
oortjemunt17e-18e eeuw , gelijk aan 4 penningen
|
10 |
oortjeLet op: Spelling van 1858 eene vroegere Nederlandsche munt, ter waarde van ¼ stuiver
|
11 |
oortjeverkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord oor
|
12 |
oortjeVleugelvormige lob naast het slot bij tweekleppige schelpen.
|
13 |
oortjeSmal omgevouwen strookje aan de rugzijde van een in te plakken blad, zodat deze niet alleen geplakt maar ook genaaid of gehecht kan worden. Zie ook octaafje " />
|
<< Oorsuizen | Oortjes >> |