1 |
aangevenhet aan de afslag doorgeven van de vermoedelijke hoeveelheid te verkopen vis.
|
2 |
aangevenAangeven, bw. ong. (ik gaf aan, heb aangegeven), overgeven, toereiken, aanklagen, beschuldigen; (muz.) opheffen; den toon -, de eerste zijn;(zich) aanmelden; verklaren, declareren (bij de voldoening v [..]
|
3 |
aangevenonregelmatig werkwoord - iets laten weten Voorbeeld: hij [..]
|
4 |
aangeven
|
<< aangetelt | aantal >> |