1 |
wonenkelvoud verleden tijd van winnen
Ik won .
Jij won .
Hij, zij, het won .
|
2 |
wonafk. wonende
|
3 |
wonMunt van Zuid-Korea.
|
4 |
wonafk. wonende
|
5 |
wonafk. wonende
|
6 |
wonafk. wonende
|
7 |
wonWon kan verwijzen naar:
Noord-Koreaanse won, de munteenheid van Noord-Korea
Zuid-Koreaanse won, de munteenheid van Zuid-Korea
|
<< woordsoort | wondebrief >> |