1 |
willenAfvorderen, Begeren, Beliven, Belust zijn, Blieven, Eisen, Moeten, Streven naar, Vereisen, Vergen, Verlangen, Vorderen, Wensen; Beweren, Verklaren
|
2 |
willenregelmatig werkwoord - het bewust proberen te doen, het verl [..]
|
3 |
willen ( modaal werkwoord ) iets als verlangen hebben
Hij wilde daarover geen uitsluitsel geven.
|
4 |
willenvouloir
|
5 |
willenHet vermogen van de geest bewust en beheerst te kunnen handelen, zowel in zichzelf als ook in de buitenwereld. Als de geest wil dan vorm de geest zelf in zichzelf de geestelijke warmte om in een zodan [..]
|
6 |
willenHet willen is in het algemeen de levenskracht, de ondernemingszin, de daadkracht, de zelfwerkzaamheid en de volharding. Als het willen op eenzijdige wijze in de persoonlijkheid tot ontwikkeling komt s [..]
|
7 |
willenHet willen is in het algemeen de levenskracht, ondernemingszin, de daadkracht, de zelfwerkzaamheid en de volharding. Als het willen op eenzijdige wijze in de persoonlijkheid tot ontwikkeling komt same [..]
|
8 |
willenWillen, bw. ow. gel. (ik wilde, heb gewild), verlangen, begeeren, eischen, wenschen. *-S, bijw. met opzet; - en wetens, voorbedachtelijk; -s en on-, goedschiks en kwaadschiks; - zijn, voornemens zijn.
|
<< windstreek | Willene >> |