1 |
vervarenVervaren, bw. ow. ong. varende doorbrengen, - verteren (geld, tijd); hij heeft drie gulden - (aan vaarloon betaald). *-, schrikken, angst gevoelen; (fig.) zich heen begeven; ik weet niet waar hij - (g [..]
|
<< verschutten | verwiggelen >> |