1 |
verbrijzelenGruizelen, Gruizen, Vermorzelen, Versplinteren; Breken, Kapotslaan, Stukmaken, Stukslaan, Vermielen, Vernietigen; Verpletteren
|
2 |
verbrijzelenregelmatig werkwoord - het helemaal in kleine stukken slaan< [..]
|
<< verbreken | versterking >> |