1 |
uitvarennaar zee varen - de reis beginnen.
|
2 |
uitvaren
|
3 |
uitvarenBlaffen, Briesen, Bulderen, Daveren, Donderen, Fulmineren, Kafferen, Ketteren, Krijsen, Oppijpen, Opspelen, Opstuiven, Over de rooie gaan, Razen, Sakkeren, Schelden, Schreeuwen, Tekeergaan, Tieren, Toornen, Uitvallen, Vloeken, Woeden
|
4 |
uitvarenDef.: naar zee varen - de reis beginnen.
|
<< uiteenzetten | uiteinde >> |