1 |
smerensnel weggaan
|
2 |
smeren
|
3 |
smerenBesmeren, Bestrijkrn, Insmeren, Invetten, Inwrijven, Olien, smouten, Strijken; Bekladden, Kladden, Kledderen, Kliederen, Klodderen, Knoeien, Morsen, Smossen, Vlekken
|
4 |
smerensmieren
|
5 |
smerenSmeren, bw. gel. (ik smeerde, heb gesmeerd), iets vettigs strijken op, - over; brood (boter op brood)-; schoenen - (met eene zekere zelfstandigheid insmeren en dan uitwrijven om ze te doen glimmen); h [..]
|
<< smeulen | Smeermiddel >> |