1 |
schorbuitendijks aangeslibd land, dat bij gewone vloed niet meer onderloopt en doorgaans begroeid is.
|
2 |
schor
|
3 |
schorzeemansterm voor steil, diep; een schorre kust is een kust waar men niet ankeren kan.
|
4 |
schorSchor, v. (-ren), droogte, zandbank, buitendijks gelegen strand; de -ren, nog niet ingepolderde zee-kleilanden (in Zeeland). *-, bn. en bijw. (-der, -st), heesch; (zeew.) -re (ruwe, kale, ook steile) [..]
|
5 |
schorbijvoeglijk naamwoord - wat hees klinkt Voorbeeld: hij is [..]
|
6 |
schorHees, Rauw; Kwelder, schorre
|
<< schouder | scheut >> |