1 |
schoenersmeervoud van het zelfstandig naamwoord schoener
|
2 |
schoeners(engels: schooners) Te gebruiken voor zeilschepen met gaffeltuig, met twee of meer masten, met name diegene met slechts twee masten waarvan de achterste mast langer is dan de fokkenmast; gebruik 'kitsen (vaartuigen met gaffeltuig)' of 'yawls (zeilvaartuigen)' voor tweemasters waarvan de achterste mast de kortste is.
|
<< schrappen | schoenlappers >> |