1 |
rabbelaarRabbelaar, m. (-s), *-STER, v. (-s), stamelaar, -ster. *...ARIJ, *...ING, v. het rabbelen. *...EN, ow. gel. (ik rabbelde, heb gerabbeld), schielijk en onverstaanbaar spreken. *...SCHRIFT, o. zeer slec [..]
|
<< rabauw | raboorden >> |