1 |
poos reeks van momenten Voorbeeld: ze bleef een hele poos weg [..]
|
2 |
poosPoos, v. gmv. tusschentijd, rusttijd, wijl, pauze; ik wachtte eene goede (lange) -. *-JE, (B. -N), o. (-s), kleine poos.
|
3 |
poostijdsinterval.
Hij moest een poos wachten voordat de bus aankwam.
|
<< poorwill | pootjebaden >> |