1 |
pijMonnikskleed
|
2 |
pijLang bovenkleed van grove wollen stof dat door de leden van sommige kloosterorden wordt gedragen. Zie ook: habijt
|
3 |
pijPij, v. (-en), kleed van grove stof; de stof zelve; trijp; eene monniks-; (fig.) op zijne - krijgen, afgeranseld worden.
|
<< PIIX | PIJ-maatregel >> |