1 |
onderleenmaniemand die land te leen kreeg van een leenman, die dat van een leenheer in bezit (ter leen, niet in eigendom) had gekregen
|
2 |
onderleenmaniemand die land te leen kreeg van een leenman, die dat van een leenheer in bezit (ter leen, niet in eigendom) had gekregen
|
3 |
onderleenmaniemand die land te leen kreeg van een leenman, die dat van een leenheer in bezit (ter leen, niet in eigendom) had gekregen
|
4 |
onderleenmaniemand die land te leen kreeg van een leenman, die dat van een leenheer in bezit (ter leen, niet in eigendom) had gekregen
|
<< onzijdig | onttrekking >> |