1 |
oefenaarLid van de (kerkelijke) gemeente dat op verzoek van een plaatselijke kerk van de classis de bevoegdheid krijgt om te 'oefenen', dat is een stichtelijk woord te spreken 'ter onderrichting, vertroosting [..]
|
2 |
oefenaarOefenaar, m., *-STER, v. (-s), die zich (in iets) oefent, zich op iets toelegt; godsdienstonderwijzer. *-EN, bw. gel. (ik oefende,
|
<< oedipuscomplex | oefenen >> |