1 |
nadeel
|
2 |
nadeelNadeel, o. (-en), schade, verlies; schande, oneer; ten -e van. *-IG, bn. en bijw. (-er, -st), -LIJK, bijw. schadelijk; met schade; vernederend, schandelijk; ongunstig.
|
3 |
nadeel waardoor het niet ideaal is Voorbeeld: het is wel een na [..]
|
<< Nadea | Nadeen >> |