1 |
labbekaksul, lummel, bangerd, sufferd, flauwerd, babbelaar, slappeling, kwaadspreker
Die man wordt vaak een labbekak genoemd.
|
2 |
labbekakbangerd, sul, iemand die iets op een slappe manier tot een eind brengt
|
3 |
labbekakBetekenis/definitie van labbekak is VNO-NCW baas 2015 Hans de Boer. Hoe durft hij zo te oordelen over zijn medemensen
|
4 |
labbekakEen labbekak is een slappeling Er zijn meerdere betekenissen voor het woord labbekak, maar allemaal zijn het geen positieve woorden: sul, lummel, sufferd, babbelaar, slappeling, kwaadspreker, bangerd. Het woord komt van ‘labben’ wat zoveel betekent als babbelen of snappen en kak wat komt van kakelen.
|
5 |
labbekakDe beknopte historie van de betekenis van het woord 'labbekak': van .... wat sabbelen betekent en verwijst naar langzaam eten en drinken.
|
6 |
labbekak(m) - wie zich zo laat noemen is een lummel
|
7 |
labbekakLabbekak, m. en v. (-ken), prater, babbelaar; snapster, praatster. *-KEN, ow. gel. zie LABBEIJEN. *-KER, m. (-s), babbelaar. *-KERIJ, v. babbelarij. *-STER, v. (-s), babbelaarster.
|
<< labaye | labberdaan >> |