1 |
kneuzenKneuzen, bw. gel. (ik kneusde, heb gekneusd), drukkende wonden, - breken; mijn arm is gekneusd; gij moet de peren niet -. *-D, bn. -e wapenen, stokken, knodsen enz. *...ZING, v. (-en), het kneuzen; wo [..]
|
<< kneukfilm | knevel >> |