1 |
implantatieinplanting
|
2 |
implantatie1. aanbrengen van weefsel of lichaamsvreemd materiaal in het lichaam 2. het inbrengen van een geneesmiddel onder de huid
|
3 |
implantatie ( medisch ) inplanting
|
4 |
implantatie(Engels: Implantation) inplanting
|
5 |
implantatieHet aanbrengen of inplanten van weefsel of niet lichaamseigen materiaal in het lichaam.
|
6 |
implantatieinplanting
|
7 |
implantatieLet op: Spelling van 1858 implantatio, Lat., inplanting inënting; genezing van eene ziekte door inënting in eenen boom enz., door het bijgeloof uitgevonden. Implanteren, inplanten, inënten
|
8 |
implantatieinplanting; 1. het aanbrengen van weefsel of lichaamsvreemd materiaal in het lichaam. 2. het inbrengen van vaste geneesmiddelen onder de huid; zelfst.nw. implantaat.
|
<< Immaculata | immaturitas >> |