1 |
heet
|
2 |
heetbijvoeglijk naamwoord - erg warm Voorbeeld: de soep is te [..]
|
3 |
heetHeet, bn. en bijw. (-er, -st), meer dan warm, brandend; - maken, doen gloeijen, (ook fig.); op -e kolen staan, ongeduldig zijn; (fig.) een -e dag, een vinnige veldslag; (fig.) eene -e drift; een - gev [..]
|
<< heester | Heeten >> |