1 |
eigenbijvoeglijk naamwoord - van jezelf Voorbeeld: dat zijn mi [..]
|
2 |
eigen
|
3 |
eigenfamilie
|
4 |
eigenEigen, bn. en bijw. (-er, -st), uitsluitend toebehoorende; hij had dit huis gehuurd, maar nu is het zijn -; - haard is goud waard; zijn - heer en meester zijn, van niemand afhankelijk zijn; mijn - bro [..]
|
<< eigeel | Eigendomsvoorbehoud >> |