1 |
drijven
|
2 |
drijvende naden en kieren met werk (gepluisd touwwerk) opvullen. Het verleden deelwoord is verdreven of gedreven.
|
3 |
drijvenDrijven, bw. en ow. ong. (ik dreef, heb gedreven), jagen, voortduwen, slaan, stooten, aanzetten; de ossen -; eenen spijker in den muur -; de wind drijft de wolken; figuren enz. op goud of zilver uitkl [..]
|
4 |
drijvenDuits werkwoord: treiben - trieb- getrieben
|
5 |
drijvenonregelmatig werkwoord - in een vloeistof aan de oppervlakte [..]
|
6 |
drijven(engels: chasing) Procedé waarbij een detail of een versiering op metaal wordt aangebracht door het met een hamer of een ander niet-snijdend gereedschap te kloppen.
|
<< DRI | dribbelen >> |