1 |
blindenvensterluiken
|
2 |
blinden(engels: blind (people)) Mensen zonder enig gezichtsvermogen of met een zo beperkt zicht dat het gehoor en de tastzin de belangrijkste manieren van waarneming zijn.
|
3 |
blindenvensterluiken
|
4 |
blindenvensterluiken
|
5 |
blindenvensterluiken
|
6 |
blindenBlinden, bw. gel. (ik blindde, heb geblind), blind maken; verblinden; blinddoeken; (oorl. en zeew.) verschansen.
|
<< blouse | blindencost >> |