1 |
bisschoppenhoofd van een bisdom
|
2 |
bisschoppenleidinggevende priesters. Ten alle tijden.
|
3 |
bisschoppen(engels: bishops (prelates)) Geestelijken met de hoogste rang in christelijke kerken, meestal belast met een bestuurlijke functie zoals het beheer van een bisdom.
|
4 |
bisschoppenmeervoud van het zelfstandig naamwoord bisschop
|
<< bispel | Bisschopsberg >> |