1 |
bewonenregelmatig werkwoord - er wonen Voorbeeld: dit huis wordt [..]
|
2 |
bewonen ( overgankelijk ) wonen in, wonen op
Dit volk bewoonde een aantal eilanden en een stuk van het vasteland.
|
3 |
bewonenBewonen, bw. gel. (ik bewoonde, heb bewoond), wonen in; een huis -, eene stad -. *...WONER, m. (-s), de bewoners der zee, de visschen. *...WOONSTER, v. (-s). *...WONING, v. gmv. *...WOONBAAR, bn. gesc [..]
|
<< bewonderaar | bewoners >> |