1 |
bespelen
|
2 |
bespelenregelmatig werkwoord - er muziek mee maken Voorbeeld: hij [..]
|
3 |
bespelenBespelen, bw. gel. (ik bespeelde, heb bespeeld), spelen met, - op; eens bespeelde kaarten; eene viool -; het tooneel -. *...SPELER, m. (-s). *...SPEELSTER, v. (-s). *...SPELING, v. gmv. *...SPEUREN, b [..]
|
<< besparen | bespottelijk >> |