1 |
bejammeren ( overgankelijk ) luidkeels iets beklagen
Die nederlaag en zijn verschrikkelijke gevolgen werden luid bejammerd .
|
2 |
bejammerenBejammeren, bw. gel. (ik bejammerde, heb bejammerd), jammeren over. *-SWAARD, -IG, bn. en bijw. (-er, -st). *-SWAARDIGHEID, v. gmv.
|
<< besterven | bejegening >> |