1 |
avonturenmeervoud van het zelfstandig naamwoord avontuur
|
2 |
avonturenAvonturen, bw. gel. (ik avontuurde, heb geavontuurd), wagen. *...TURIER, m. (-s). *...TURIERSTER, v. (-s). *...TUUR, o. (...uren), zonderling voorval; de avonturen, lotgevallen; op - varen, zonder bep [..]
|
<< avontlicht | avonturier >> |