1 |
afsprekenonregelmatig werkwoord - er iets over aan elkaar beloven [..]
|
2 |
afsprekenStaat voor platleggen neerhalen en voor het strijken van kleding of voor het strijken van de mast
|
3 |
afspreken ( overgankelijk ) een onderling vergelijk vastleggen
Zij spraken af om de vergadering te verzetten.
|
<< afspiegeling | afstammen >> |