1 |
afdoen
|
2 |
afdoenww. st. schoonmaken , plukken oe neus afdoen Van Rijen (1998): 'K-mot de pèère nog aafdoen - Ik moet de peren nog plukken.' J. Cornelissen & J.B. Vervliet, Idioticon van het Antwerpsch dialect (189 [..]
|
3 |
afdoenAfdoen, bw. onr. (ik deed af, heb afgedaan), afnemen, (zich van) iets ontdoen, uittrekken; afleggen; reinigen (van stof of vuil); ten einde brengen, voltooijen; beslechten, een einde maken (aan een ge [..]
|
4 |
afdoenonregelmatig werkwoord - het van je lichaam halen Voorbee [..]
|
<< afdeling | afdoend >> |