1 |
abolerenafschaffen, te niet doen, kwijtschelden, opheffen, intrekken
|
2 |
abolerenafschaffen, te niet doen, kwijtschelden, opheffen, intrekken
|
3 |
abolerenafschaffen, te niet doen, kwijtschelden, opheffen, intrekken
|
4 |
abolerenafschaffen, te niet doen, kwijtschelden, opheffen, intrekken
|
5 |
abolerenLet op: Spelling van 1858 afschaffen, eene wet opheffen. Abolitie, geheele afschaffing van iets. Abolitie van straf, vrijspreking van eenige misdaad, en opheffing der straf; zoodat daaromtrent geen onderzoek meer mag gedaan, en de misdaad als niet gepleegd moet aangemerkt worden
|
<< aboet | abolitie >> |