1 |
aanpakken
|
2 |
aanpakkenAanpakken, bw. gel. (ik pakte aan, heb aangepakt), vatten, grijpen; iets ongemakkelijks bij de hand nemen; aanvallen, aanranden; (fig.) iem. toespreken. *...PAKKER, m. (-s). *...PAKKING, v. gmv. *...P [..]
|
3 |
aanpakkenregelmatig werkwoord - in je handen nemen en vasthouden V [..]
|
<< aanpak | aanpasbaar renoveren >> |