1 |
VoortpakkenVoortpakken, bw. gel. verder pakken; aangrijpen. ZICH -, ww. zich uit de voeten maken. *...PEINZEN, bw. gel. verder peinzen. *...PERSEN, bw. gel. verder persen. *...PLAKKEN, bw. gel. verder plakken. * [..]
|
<< Voortogt | Voortrap >> |