1 |
Valschverouderde spelling van vals van vóór 1946/47
|
2 |
ValschValsch, bn. en bijw. (-er, meest -), niet echt, nagemaakt; een -e munter, die valsch geld maakt, die geld vervalscht; - spelen, bedriegen in het spel; een - (geveinsd) kompliment; een -e (omgekochte) [..]
|
<< variantie | variabele >> |