1 |
SmetKlad, Plek, Spat, Spikkel, Vlek; Besmetting, Bevlekking, Bezoedeling, Blaam, Ontering, Schande, Schandvlek
|
2 |
SmetSmet, v. (-ten), vlek; (fig.) dit werpt eene - op zijnen naam, zijn naam is hierdoor bezoedeld; iem. eene - aanwrijven, hem van iets betigten. *-ACHTIG, bn. (-er, -st), ligt smettend, smetten gevende [..]
|
<< Smerigheid | Smetstof >> |