1 |
Loopenverouderde spelling van lopen van vóór 1946/47
|
2 |
LoopenLoopen, ow. ong. (ik liep, heb of ben geloopen), te voet ergens heen gaan; gaan (inz. van kinderen die pas beginnen te loopen); snel gaan; te post en paard -, uit al zijne magt loopen; iem. tegen het [..]
|
<< Lolak | loopfietsen >> |