1 |
HazebekEen persoon met vooruitstaande tanden. Iemand met hszentanden. Iemand met een overbeet.
|
2 |
HazebekHazebek, m. (plant.) zeker kruid. *...DREK, m. gmv. uitwerpselen -, (ook) leger van den haas. *...JAGT, v. gmv. *...KOP, m. (-pen); (fig.) domoor, botterik.
|
<< Havezathe | Hazeleger >> |