1 |
DraaijenDraaijen, (B. DRAAIEN), bw. en ow. gel. (ik draaide, heb gedraaid), op de draaibank werken, bewerken; in hout -, in been -; gedraaid werk; het spit - of aan het spit -, (in eene keuken); touw -, een g [..]
|
<< Draadschuijer | Dradig >> |