1 |
BedriegelijkBedriegelijk, bn. en bijw. bedriegend, misleidend. *-HEID, v. gmv. *...DRIEGEN, bw. ong. (ik bedroog, heb bedrogen); schijn bedriegt. ZICH -, ww. zich vergissen; zich zelven -, opzettelijk dwalen; zic [..]
|
<< Bedraaijen | Bedrillen >> |