1 |
welbijwoord - behoorlijk, maar niet uitzonderlijk Voorbeeld: [..]
|
2 |
welBijwoord
wel
|
3 |
welDe afstand, horizontaal gemeten, tussen de voorkant van detraptrede en de achterkant van de trede daaronder wordt de wel genoemd. Een wel is ook de aanduiding voor de golf van een dakpan.
|
4 |
welgeconcentreerde uitstroming van kwelwater.
|
5 |
welgewone waterstand onder de grond
|
6 |
welBron, Put, Springader; Best, Beter, Fijn, Fit, Gezond, Goed, In orde, Oke, Puik, Tof, Valide, Welletjes; Geluk, Heil, Voorspoed, Welzijn; Waarschijnlijk; Al, Behoorlijk, Nogal, Tamelijk, Tamelijkjes, Vrij; Hewel, Nou, Welnu; Weliswaar
|
7 |
welof geen zwangerschap, er voor en erna...
|
8 |
welWel, v. (B.m.), (-len), bron, plaats waar water uit den grond opkomt; kolk (der zee). *-, bijw. goed in orde; gezond; zoo als het behoort, waarop niets te zeggen valt, waaraan niets ontbreekt; vrij -, [..]
|
9 |
welDef.: geconcentreerde uitstroming van kwelwater.
|
<< Wekkertje | Welborn >> |