1 |
uitvallenAfvallen, Begeven, Bezwijken, Doorslaan, Kapotgaan, Sneuvelen, Stukgaan, Vervallen, Wegvaalen; Achteruitgaan, Aftakelen, Ebben, Interen, Inzinken, Verergeren, Verslechten; Uitpakken; Uitvaren
|
2 |
uitvallendrop out
|
3 |
uitvallen
|
<< uiterlijk | uitermate >> |