1 |
ubiZoete aardappel
|
2 |
ubiZoete aardappel
|
3 |
ubiZoete aardappel
|
4 |
ubiLet op: Spelling van 1858 in de logica, een bijzonder praedicament, waarbij men eene zaak beschouwt ten aanzien van de plaats, waar zij zich bevindt. Deze eigenschap, van op eene plaats te zijn, heet ubiteit of ubitatie; terwijl ubicatie de uitbreiding in eene plaats, welke actief is, dat is, van de plaats, die de zaak in zich bevat, of passief, dat is, van de zaak, welke in de plaats is besloten
|
5 |
ubiwaar
|
6 |
ubiwaar
|
7 |
ubiplant van de familie der dioscorea, waarvan de wortelknollen gebruikt werden als voedsel en als medicijn. Javaans; Maleis uwi of wi. T1: yam, broodwortel. T2: Maleis ubis yam [ook: ubas, ubaswortel].
|
8 |
ubiwaar
|
9 |
ubiwaar
|
<< Uberto | ubiquitair >> |