1 |
rommeligbijvoeglijk naamwoord - alles ligt door elkaar Voorbeeld: [..]
|
2 |
rommeligniet opgeruimd, met een storende mate van wanorde
Je kamer is alleen maar rommeliger erop geworden.
|
3 |
rommeligHolderdebolder, Ongeregeld, Onordelijk, Regelloos, Slordig, Wanordelijk
|
<< rommel | rusten >> |