1 |
rammenregelmatig werkwoord - ergens hard tegenaan stoten, beuken
|
2 |
rammen
|
3 |
rammenRammen, bw. gel. (ik ramde, heb geramd), wegbonzen (de palen bij het afloopen van schepen).
|
4 |
rammenrammen zijn mensen die uit Rämsnäs komen ze leven in zweden Rämsnäs ze zijn een eigen volk
|
<< rammelen | Ramona >> |