1 |
pasjeverkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pas
|
2 |
pasjeBenaming uit het 'loden tijdperk' voor een spatie ter breedte van de helft van het gebruikte corps. Een pasje wordt ook een half vierkant genoemd." />
|
3 |
pasjePasje, (B. *-N), o. (-s), (letterz.) staafje dat zich niet laat drukken en alzoo de noodige ruimte tusschen de woorden aangeeft.
|
<< Pasithea | pauze >> |