1 |
oudtijdsOudtijds, bijw. eertijds, voorheen, in vroeger dagen. *...VADER, m. (-s), aartsvader, patriarch, kerkvader; (fig.) hij is al naar de -s, hij is reeds dood. *...WIJFSCH, bn. van eene oude vrouw; (fig.) [..]
|
<< oudroest | outen >> |