1 |
maagdenmeervoud van het zelfstandig naamwoord maagd
|
2 |
maagden(engels: virgins) Personen die geen geslachtsgemeenschap hebben gehad. Wordt ook gebruikt voor kuise, vrome vrouwen die een speciale plaats hadden in de christelijke gemeenschap, vooral in de begintijd van de kerk.
|
<< maagdelijkheid | maagdenvlies >> |